Wie een drankje of een broodje bestelt bij de Bistro van Park De Stadshoeve in Zwolle heeft grote kans door een vrolijke, sportieve ober geholpen te worden. Joost Bos is een bekend gezicht voor klanten van de gezellige eetgelegenheid in het multifunctionele park. En hij is blij dat hij er weer mag werken!
"Ik baalde als een stekker", vertelt Joost over de afgelopen periode. De horeca bleven maar dicht en dat betekende dat hij ook niet aan de slag kon bij de Bistro. Maar nu de horeca weer open mogen, is hij weer volop aan het werk. Hij doet er van alles: schoonmaken, afwassen, menukaarten afnemen, bestellingen opnemen, eten en drankjes serveren, uitleg geven over het eten, hier en daar een grapje maken met klanten en met collega’s natuurlijk, én bij mooi weer: ijsjes maken met de softijs-machine.
Joost Bos woont bij de JP van den Bent-stichting en werkt via Frion vier dagen op De Stadshoeve. Hij doet twee dagen boerderijwerkzaamheden en hij werkt twee dagen bij de gelijknamige bistro. Daar is hij heel tevreden mee. “Ik woon hier dichtbij en ik vind het hier heel leuk.” In zijn pauze krijgt boerderijkat Coco een aai. Want Joost is gek op dieren. En op contact met mensen. “Ik heb aardige collega’s die altijd in zijn voor een lolletje en een grapje. Dat is belangrijk, een beetje lachen met elkaar.”
Een gemiddelde bistro-werkdag van Joost begint om 9.00 uur met koffie drinken in de schuur van het Frionteam. Daarna maakt hij schoon in de bistro. “Het leukste van mijn werk is de gezelligheid. Ik heb meestal leuke klanten. Af en toe is er wel eens iemand sacherijnig, maar dan ga ik niet boos reageren. Je moet wel vriendelijk blijven tegen klanten. Dan maak ik even een grapje. Dat werkt meestal wel.”
Tijdens zijn lunchpauze gaat de koptelefoon op. “Ik ben groot fan van Michael Jackson. Daarom heet mijn eigen kat ook Michael. Daarnaast luister ik naar Nederlandse en Engelse rappers. Best wel grove muziek. Maar mijn grote favoriet is Ali B.” Vervolgens gaat hij tot 15.00 uur gaat hij weer: “Aan de bak”.
Joost vond de lockdown maar niks. “Ik heb veel thuis gezeten. Mijn vader kwam vaak langs en dan gingen we wandelen. Nu kan ik gelukkig weer werken en weer sporten. In fitness kan ik mijn energie goed kwijt. Vooral als ik een volle bovenkamer heb.” Hij wijst naar zijn hoofd. “Dan doe ik mijn koptelefoon op en zet ik er een lekker muziekje bij op.” Hij is erg blij dat de bistro nu ook weer open is. “Er komen weer steeds meer klanten en iedereen is vrolijk. Ik ben blij en happy dat ik hier weer kan werken.”