“Kijk, daar heb je de zusjes Janosa.” Een uitspraak die Therese regelmatig hoorde. Haar zus Alexandera werkt namelijk ook bij Frion. Therese: “Mijn neefje, haar zoon, kwam wel eens bij me langs in het restaurant. Als jongetje zat hij dan tussen de cliënten. Hij vond het geweldig.”
Een eeuwigheid
Als negentienjarige startte Therese eind jaren zeventig bij een zorgorganisatie in de regio. Tijdens het opvouwen van de was zat een cliënt in een mum van tijd boven op haar en bleef slaan. "Ik kon niets beginnen. Mijn collega’s waren net even van de groep weg. Het leek een eeuwigheid te duren voordat ze terugkwamen en mijn mannelijke collega’s hem uiteindelijk van me af kregen.” Tijd om te verwerken wat er was gebeurd, was er niet. “Het was een andere tijd. Ik kreeg wat te drinken om bij te komen, maar moest gewoon mijn dienst afmaken. Anders zou de cliënt in de gaten hebben dat ik angstig was. Psychisch heb ik er veel last van gehad. Zoveel, dat ik in de WW terecht kwam.”
Rode draad
Toen Therese bij Frionlocatie Holtrust in de huishouding aan de slag kon, greep ze die kans aan. Het was een mooie functie die haar enerzijds rust en een beetje afstand tot cliënten gaf, maar tegelijkertijd ook de nabijheid van de doelgroep waar ze ook nog graag mee werkte. Huishouding en dienstverlening werden een rode draad in haar loopbaan. Ze solliciteerde bij Dagcentrum De Golfslag en begon daar weer in de huishouding. Maar na een paar jaar begon het toch weer te kriebelen. Ze wilde weer op een groep werken. Haar volgende functie werd Vliegende keep en later op een vaste groep Dienstverlening
Trots als het klopte
“Ik heb altijd fijne collega’s gehad, in leuke teams gewerkt en heel veel leuke cliënten leren kennen. Sommige ken ik al vanaf het Holtrust of de Golfslag. Toen waren het broekies; twintigers en dertigers. Nu wonen ze bij Werkeren, als oudere cliënt.”
Zoals in iedere loopbaan waren er naast hoogtepunten ook mindere tijden. “Tot het Functiehuis werd ingevoerd, was ik altijd begeleider geweest. Maar mijn opleiding Kinderverzorging Jeugdverzorging bleek niveau 3 te zijn. En een begeleider moest niveau 4 hebben. De oplossing was om nog een jaar een opleiding te doen, maar ik was zestig en had daar geen zin meer in. Dat vond ik moeilijk. Gelukkig kon ik uiteindelijk vanwege mijn leeftijd en werkervaring wel als begeleider bij Werkeren blijven.” Daar werkte ze in de – jawel - dienstverlening, in het restaurant. “We hadden bardienst, verzorgden tussen de middag maaltijden met de kok, wasten af, maakten broodjes, haalden boodschappen voor Frion, deden de was voor Frion en streken blouses. Het is een prachtige locatie, midden in de maatschappij.” Met één cliënt maakte ze iedere vrijdagmiddag de kas op. “Ze was zo trots als het klopte.”
Niet vanwege zweetvoeten
Therese kijkt om zich heen in het restaurant van Werkeren. Een groep ouderen drinkt koffie en de biljarters komen af en toe een praatje maken. “Deze locatie is zo mooi. We hebben altijd goed contact gehad met de vrijwilligers en de biljarters. In het begin moesten sommige bewoners van IJsselheem wel aan ons wennen. Als het dan een keertje mis ging en ik hoorde iemand onaardig toen tegen een cliënt, dan vroeg ik gewoon: ‘U wilt toch ook niet dat iemand zo tegen u praat? Het duurt gewoon iets langer, deze mensen zijn hier niet vanwege zweetvoeten.’ Dan kwam het wel weer goed. Ik probeerde altijd positief te kijken.”
Lekker een tijdje niets
In september kon ze met vervroegd pensioen. Collega’s en cliënten zwaaiden haar uit met een feestje, waarvoor ze haar ophaalden met een versierde scootmobiel. Therese: “Geweldig was dat.” En hoewel ze cliënten en collega’s mis, geniet ze erg van haar pensioen. “Het is heel fijn om de wekker niet meer te hoeven zetten. Je ‘moet’ niets meer. Er wordt me nog wel eens gevraagd of ik geen vrijwilligerswerk wil doen. Maar eerst doe ik lekker een tijdje niets.”
Tips voor collega’s in de gehandicaptenzorg
Therese: “Je neemt niet het vertrouwen van een cliënt, maar je krijgt dat. Vertrouwen kost tijd en juiste bejegening. Probeer je cliënt te lezen en kijk waar een grapje wel of niet kan. Voel je niet de meerdere, behandel elkaar met respect. Zorg dat je voor jezelf en de cliënt elke dag goed afsluit en wees blij met elk stapje dat gezet wordt. En het belangrijkst: geniet van je werk.”